de inspecteur
Zo houd je mieren weg volgens insectenkenner Peter Berx
Hou alles proper
“Afwassen is hier heel belangrijk. Hou alles zo proper mogelijk, laat geen etensresten rondslingeren én spuit je gaten of gaatjes toe met siliconen”, begint Peter. “Kijk waar de mieren uitkomen en leg een suikerklontje met twee druppels water bij het gaatje. Dit drinken ze op en dan gaan ze weer weg. Op deze manier blijven ze enkel maar naar dat plekje terugkomen en gaan ze zich niet verder verspreiden in het huis. Eens het buiten warm genoeg is, zijn ze terug weg, omdat er buiten meer te rapen valt.” Vergeet dus ook geen ramen open te zetten, zodat de mieren weer buiten kunnen.
Een mierenseizoen?
“Er bestaat niet echt iets als een mierenseizoen”, legt de entomoloog uit. “Je kan wel een paring seizoen hebben, maar dat is voor elke miersoort anders: de bosmieren bijvoorbeeld, waar wij het meeste last van hebben, paren in de maand juli. Er kunnen nu dus niet meer mieren zijn dan twee weken geleden.”
“Mieren houden wel een winterrust en worden terug actief als de temperaturen stijgen, zoals in de lente. Ze zijn dan meer aanwezig en worden meer gespot, al blijven ze meestal redelijk onder de radar.”
Opgepast! Een nest bosmieren zijn bij wet beschermd, dus als je die vergiftigt, overtreed je de wet: onderschat de kracht van mieren niet.
Eiwitten en suikers
Mieren zijn verzot op twee dingen: zoetigheid en vlees. Peter Berx geeft wat extra uitleg: “Ze hebben eiwitten nodig voor de larven om te kunnen groeien. Het is net als wespen: ze vangen insecten omdat ze eiwitten nodig hebben en voor zichzelf moeten ze suikers hebben als energiebron. Dat verzamelen ze via bladluizen.”
“Als je dus in je keuken etensresten hebt rondslingeren, komen die mieren daarop af. Het zijn opportunisten: dus hoe gemakkelijker ze aan eten kunnen raken, hoe beter. Vergeet niet dat zonder mieren onze groenten- en fruitteelt zou vergaan aan parasieten. Je moet ze dus gewoon met rust laten, want het zijn geweldige beesten. Het is misschien vervelend, maar het kan absoluut geen kwaad. De mieren willen gewoon iets eten en dan weer naar buiten.”