Nieuw stadsgedicht "Deze Oude Lieve Vrouw" prijkt op de Antwerpse kathedraal
di 2 apr. - 2:56

Het gedicht is geschreven naar aanleiding van het 500-jarig bestaan van de kathedraal, die de komende twee jaar in de stijgers staat voor restauratie. "In het gedicht is de kathedraal zélf aan het woord. Ze vraagt aan de passanten om haar niet zomaar voorbij te lopen nu ze in de stijgers staat. Ze zegt: Ook al hang ik aan katheders, aarzel niet, vooral nu ik haper, nader. Eigenlijk is dit een warme oproep die de kathedraal lanceert om haar een bezoekje te brengen", vertelt stadsdichter Maud Vanhauwaert.
Steigerdoeken
Op vraag van de stad Antwerpen werkte Maud Van Hauwaert samen met grafisch ontwerper Jelle Jespers een werfomheining uit. De steigerdoeken die rond de kathedraal hangen zijn bedrukt met een grafische weergave van het gedicht. "Het was een hele opdracht om artistiek te zijn met een hoop doeken, maar ik denk dat we er iets zeer prikkelend van gemaakt hebben. We hebben tekst en beeld helemaal met elkaar verstrengeld zitten", aldus Vanhauwaert.
Van 2 tot 7 april kan je het het stadsgedicht ook elke dag om 20 uur horen vanuit de belforttoren.
Deze Oude Lieve Vrouw - Maud Vanhauwaert
Al eeuwen waak ik over alle daken
priem ik prompt het zwerk in, voel ik de richting
van de wind, stel ik een vraag die niemand kent
Verheven in mijn kantwerk van steen
onderging ik het allemaal, de vlammen
beeldenstormers, ze likten mij uit, roofden mij leeg
Ik ben een vrouw van vele ribben en beuken
maar bleef staande, een kranige bejaarde
met een beiaard die al eeuwen luidt
Nu zie ik iedereen aan mij voorbijgaan
slechts een enkeling bezoekt mij nog
praat met zachte stemmen in het duister
Ik voel mij kromtrekken op gekartelde sepia
ansichtkaarten, je kan jezelf kijkend naar mij
de geschiedenis inschrijven, maar laat mij niet alleen
Van het verleden zijn. Meer nog
dan onder een Alziend oog ben ik het oog
van de storm van de stad, tijdloos toevluchtsoord
Welaan dan, laat de stilte in u galmen
een koor uit u kiemen, eer uw ouden van dagen
en zij zullen voor u pralen, in onverlichte nissen
Liggen mijn geheimen verscholen
in meesterlijke drieluiken ga ik voor u open
laat mij u midscheeps met verstomming slaan
Schrijf deze oude lieve vrouw niet af
al hang ik aan katheters, aarzel niet
vooral nu ik haper
nader.
© stadsgedicht Antwerpen 2019

Kathedraal