Onze huisdieren zijn te dik, dit kan je eraan doen

Katten met bolle buiken en honden die de ene portie hondenbrokken na de andere binnenspelen, zijn steeds minder een uitzondering. Met alle gevolgen van dien: de helft van onze katten en honden is te dik. “Dat komt natuurlijk omdat er een onevenwicht is tussen de hoeveelheid calorieën dat het dier opneemt en de hoeveelheid dat het verbruikt”, vertelt Myriam Hesta, professor voeding voor gezelschapsdieren in Start Je Dag Oost-Vlaanderen.

Andere oorzaken

Overgewicht bij dieren kan, net zoals bij mensen, aan veel meer liggen dan een verkeerd eetpatroon. “Sterilisatie kan die balans ook beïnvloeden”, legt Myriam Hesta uit. “Van sterilisatie weten we dat dat de energiebehoefte bij dieren met 30 procent naar beneden haalt. Als je dan de voeding niet aanpast, kan het snel uit de hand lopen.”

“Het ras speelt vaak ook een rol bij overgewicht. Labradors, Beagles en Britse kortharen zijn bijvoorbeeld gevoeliger aan overgewicht dan een windhond. Ook de leeftijd speelt een rol.”

Tafelrestjes

“Je moet goed opletten met de porties eten dat je je dier geeft”, gaat Myriam Hesta verder. “Vaak is de hoeveelheid voeding wel in orde, maar krijgen de dieren ook nog tafelrestjes en koekjes. Dat kan, maar niet te vaak. Je mag eigenlijk niet meer dan tien procent van de energiebehoeften van het dier geven als extraatje.”

Meer bewegen

Net zoals bij mensen, moeten dieren ook meer bewegen. “We moeten hun activiteit stimuleren. Vaak denken hondeneigenaars dat het genoeg is om de hond wat te laten rondlopen in de tuin. Maar dat wil niet per definitie zeggen dat de hond dan actief is. Wandelingen maken is en blijft het allerbeste.”

Op dieet

Als het niet lukt om je huisdier zelf wat slanker te krijgen, zijn er nog verschillende mensen die jou en je dier verder kunnen helpen naar een gezonde levensstijl. “Als het echt de spuigaten uitloopt, zou ik aanraden om naar de dierenarts of een specialist te gaan. Daar kan je dan een programma volgen om je dier te laten vermageren. Daar kijken ze eerst wat het dier eet en vervolgens schrijven ze een vermageringsdieet voor. Ze geven onder andere mee hoeveel het dier mag eten en hoe je het in beweging kan krijgen. Ten slotte moet het dier op regelmatige basis terugkomen.”