Oost-Vlaamse aanpak sociale fraude is een voorbeeld voor de rest van België
di 17 dec. - 5:00
Dinsdag 10 december, 2019: politie- én sociale inspecteurs voeren zes huiszoekingen uit in Evergem, Deinze, Mol én Herzele. Ze nemen 11.000 euro cash geld én de boekhouding van een bouwbedrijf uit Evergem in beslag. Verschillende betrokkenen worden verhoord.
Diezelfde dag vallen inspecteurs op drie locaties binnen in Hongarije, meer dan 1.000 kilometer verderop. Ze hebben sterke aanwijzingen dat het Evergemse bouwbedrijf met fictieve buitenlandse onderaannemingen werkt en zo belastingen ontduikt. Op papier worden de Hongaarse werknemers dus aangestuurd door een firma in hun thuisland, in de praktijk is er van een Hongaars bedrijf geen sprake.
Ter plaatse lijken de eerste vaststellingen hun vermoedens te bevestigen: op het bewuste adres - waar op papier zo’n tiental ondernemingen huizen - treffen ze een ‘gewone ‘woning aan.
Sociale fraude kost miljoenen
Het is een schoolvoorbeeld van sociale fraude, een fenomeen dat de Belgische staatskas jaarlijks ettelijke miljoenen euro’s kost. Het veroorzaakt bovendien oneerlijke concurrentie én gaat vaak gepaard met slechte werkomstandigheden.
Opvallend: het is de Oost-Vlaamse gerechtelijke politie die het voortouw neemt in de nationale strijd tegen sociale fraude. “Vroeger gebeurde zo’n programmawerking altijd op nationaal niveau, maar voor sociale fraude is nu Oost-Vlaanderen aan zet”, aldus Luc Cap, verantwoordelijke voor sociale fraude-bestrijding bij de federale gerechtelijke politie. “Onze provincie is een interessante proeftuin: zowel bij de politiediensten als bij het arbeidsauditoraat hebben we in Oost-Vlaanderen veel expertise. Ook op academisch vlak zijn we goed bedeeld: zo kunnen we rekenen op de input van de vakgroep sociale fraude van de UGent.”
Een betere samenwerking
Om de oplichters beter te bestrijden, willen de betrokken controlediensten nu nauwer samenwerken. Zo'n 200 magistraten, sociale inspecteurs én mensen van de politie zakten maandag af naar Gent voor een studiedag. In de voormiddag volgden ze een seminarie, gevolgd door een debat. Later op de dag vonden er ook verschillende workshops plaats.
“De grootste uitdaging is om nog nauwer samen te werken”, gaat Cap verder. “De lokale politie beschikt over veel informatie. Als ze die optimaal kan aanleveren aan de federale politie én de inspectiediensten, kunnen die er ook mee aan de slag. Een voorbeeld hiervan is domiciliefraude: zo kan een wijkagent opmerken dat iemand zich op een ander adres laat inschrijven om zo uitkeringen te incasseren. Verder willen we alle partners in dit verhaal zoveel mogelijk sensibiliseren over de ernst van sociale fraude: er zijn veel schattingen naar de exacte omvang, maar ik vrees dat we nog maar het topje van de ijsberg zien.”