Oostvlaming vindt uniek 100 miljoen jaar oud haaienskelet op strand Cap Blanc-Nez na storm
vr 21 dec. - 4:36

De kust aan de Cap Blanc-Nez is geen onbekende", zo vertelt de vinder, amateur-paleontoloog Luc De Coninck uit Nieuwkerken-Waas in een persmededeling van "Het Huis van de Evolutie". "Sinds de jaren ’90 hadden we er een stacaravan, en van daaruit trokken we vaak naar het strand, op zoek naar fossielen. De ene keer vind je weinig of niets, de andere keer heb je meer geluk. Zonder de storm, had ik dit skelet nooit gevonden."
Die storm legde een 100 miljoen jaar oude zeebodem van zogenoemde Gault klei bloot, een kleilaag die meestal bedekt zit onder het strand.
"Het was een race tegen de tijd om de haai te bergen, want de vloed kwam snel op. Samen met een vriend hakten we een geul uit de harde klei rondom het fossiel om zo het blok met het skelet vrij te maken. Ondertussen stuurde ik mijn zoon Pieter op pad om op het strand een aangespoelde krat of iets dergelijks te vinden, zodat we onze vondst konden dragen tot aan de auto, die een heel eind verderop stond", zo zei De Coninck.

Eens thuis, haalde De Coninck er de Nederlands expert mariene biologie Dirk Hovestadt bij om het skelet verder vrij te maken, en de haai te bewerken zodat hij goed bewaard zou blijven.
"Dagen en nachten hebben ik en mijn vrouw zaliger besteed om de haai millimeter per millimeter te prepareren. We vonden een stuk van de schedel, de kaken - mét tanden -, de schoudergordel en een reeks wervels. Het was een kunst om de klei niet te snel te laten drogen, want anders zou heel het blok als poeder uit elkaar vallen. Door de verwijderde klei te zeven, vonden we nadien nog duizenden minuscule huidtandjes, wat je kan vergelijken met schubben bij gewone vissen", zei Hovestadt.
De vondst dateert in feite al uit 1996. "Na preparatie kreeg de haai een centrale plaats in mijn vitrinekast", zei een fiere Luc De Coninck. "Van in den beginne wist ik dat de vondst uniek was. Soms kwamen er experten kijken, zoals een professor uit Londen, maar verder gebeurde er weinig of niets mee."
"Met mijn pensioen in het vooruitzicht, stel ik de toekomst van de haai graag veilig", zo ging De Coninck verder. "Ik herinnerde mij nog een tiener, verzot op haaientanden, uit onze fossielenclub, de Belgische Vereniging voor Paleontologie, Frederik Mollen, die nu aan het hoofd staat van de Vlaamse onderzoeksgroep voor haaien en roggen. Ik nam opnieuw contact op met hem, en samen met Dirk Hovestadt heeft hij het skelet onderzocht en [wetenschappelijk] beschreven. Ik ben erg fier op het resultaat, en ik kijk er dan ook naar uit om de haai in eigen persoon te kunnen overhandigen aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), dat de haai voortaan zal bewaren.”

"De vondst levert ons een schat aan informatie", zo zei paleontoloog Frederik Mollen die het skelet dus beschreven heeft. "Het volledige dier moet ongeveer 70cm lang zijn geweest, en leefde maar liefst 100 miljoen jaar geleden, in een tijd toen sauriërs nog heersten over land, maar ook in de zee."
De haai behoort toe aan een kleine groep van haaien die wetenschappelijk bekend staan als Synechodus. Die groep heeft de meteorietinslag die aan de basis van het uitsterven van de dino’s ligt, overleefd, maar stierf een tijd later alsnog uit, terwijl andere groepen van haaien bleven voortbestaan. Synechodus was dus een doodlopend straatje in de evolutie.
"Tot nog toe is er slechts weinig geweten over Synechodus. Enkel uit Engeland zijn er enkele skeletdelen bekend, daterend uit de 19e eeuw. Op basis van verschillen in de tanden, worden die al een ganse eeuw toegeschreven aan meerdere soorten. Uit ons skelet blijkt echter dat verschillende tandvormen samen voorkomen in één dier. Wellicht gaat het dus maar om één enkele soort, in plaats van meerdere.” zei Frederik Mollen.
"Ook is er veel discussie of Synechodus grote stekels had ter hoogte van zijn beide rugvinnen, zoals bij andere, 'primitieve haaien'. Die vonden we alleszins niet in dit exemplaar, wat mogelijks duidt op een ietwat meer 'moderne haai'. Maar dit vraagt verder onderzoek, want ook het skelet van Luc De Deconinck is niet geheel compleet.” zo ging Dirk Hovestadt verder.
"Echte schubben heeft een haai niet, maar zijn vel is wel bedekt met huidtandjes. Zulke huidtandjes worden af en toe gevonden, maar nooit eerder was het mogelijk om los gevonden exemplaren bij de juiste haai te plaatsen, ook al heeft elke soort unieke schubben. Dit kan nu dus wel", zo besloot Frederik Mollen.
Het artikel van Frederik Mollen en Dirk Hovestadt over het skelet wordt gepubliceerd in Geodiversitas, waar het vanaf 20 december beschikbaar zal zijn.
Voorgesteld aan het publiek
Tijdens het weekend van 22 en 23 december (doorlopend van 9.30u. tot 16.30u.) is de haai te bewonderen in het Huis van de Evolutie in Sint-Gillis-Waas.
Daarna verhuist het topstuk voor goed naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) te Brussel.