
radio2 middag in west-vlaanderen
Slachtoffers terreuraanslagen krijgen begeleiding in Oostende
vr 27 sep. - 4:40

Myriam Gueuning had net haar man afgezet in de luchthaven van Zaventem en wandelde terug naar de uitgang. Na de eerste ontploffing kon ze het nog op een lopen zetten, maar bij de tweede explosie was het raak: "De bom was drie keer zo krachtig als bij de aanslagen in Londen. Gedurende een fractie van een seconde kreeg ik de kracht van 1.000 kilo, 190 decibel en een hitte van 3.000 graden over me heen. In de bom zat ook een zuur. Ik werd wakker in een zwarte, zure puree."
Gigantische slag
De impact voelde ze over heel haar lichaam: het oogvlies kapot, ze is zo goed als doof aan haar linkeroor en ze heeft brandwonden. Ook vanbinnen zijn sommige organen zwaar aangetast, zoals haar longen en slokdarm. "Maar ik ben een gelukzak. Naast mij lag een moeder van mijn leeftijd die het niet heeft overleefd."
Weg veiligheidsgevoel
Ook de psychologische impact is groot. "Wij slachtoffers lijden aan PTSS of het posttraumatisch stressyndroom. "Slachtoffers van aanslagen zijn heel verschillend van de rest", vertelt Myriam. "Er is niet alleen de fysieke schade en de stress nadien. We hebben hier te maken met een sociale breuk. Wij waren daar toevallig. De aanslag was gericht tegen de staat. De staat die juist moet zorgen voor de veiligheid van zijn burgers. Dat vertrouwen zijn wij kwijt en de gevolgen daarvan worden nauwelijks erkend. Mensen durven niet meer buiten komen, isoleren zich van de samenleving, van hun gezin soms. Er zijn ook al echtscheidingen op gevolgd."

Op de tekening tekende één van de slachtoffers zichzelf met een masker. Het masker lacht, maar de persoon achter het masker voelt zich oud en vol rimpels.
Unieke aanpak door therapie in groep
"Er is de persoon voor de aanslag en er is de persoon na de aanslag", zegt coördinator Tom Decraecke van het gezondheidscentrum de Koninklijke villa in Oostende, waar de sessies gehouden worden. "Het zijn groepssessies en dat maakt onze aanpak zo uniek. In die sessies kunnen de slachtoffers hun ervaring delen. Zowel van tijdens als na de aanslagen. Het gaat er vaak heftig en emotioneel aan toe. Maar ze herkennen elkaars problemen en erkennen die ook. Dat is cruciaal. Wij begeleiden hen daarin en nemen ze mee naar buiten. Want de bedoeling is dat ze nadien hun leven in de samenleving, op het werk en thuis weer opnemen. Ze zijn andere mensen nu. Maar met die ervaring kunnen ze ook sterkere mensen worden."
Pilootweek
Vrijdag is het project aan zijn laatste dag toe. Naast de intensieve sessie deden ze uitstappen samen, zoals naar een klassiek concert in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Voor velen van hen een eerste en confronterende ervaring met een grote massa in een gesloten ruimte. "Maar het resultaat was dat ze de volgende morgen aan het ontbijt over dat concert praatten in plaats van over de aanslagen", zegt Tom Decraecke trots. "Dat is de bedoeling. We gaan hen nu een jaar lang om de zes weken terug samenbrengen en hen blijven opvolgen. Volgend jaar starten er er nieuwe groepen. Ja, we hebben al een wachtlijst. Behalve de overlevenden kunnen ook de hulpverleners en de burgers die eerste hulp boden, psychische ondersteuning gebruiken. Goed nieuws is ook dat het hulpverleningsproject in Oostende de nodige subsidies krijgt."
Militaire kennis uit Frankrijk
Merkwaardig genoeg komt de aanpak van die psychische problemen niet uit de burgerlijke hulpverlening maar uit militaire expertise. Frankrijk heeft een centrum voor elitesoldaten. Ze werken daar in hecht teamverband. "Als één van hen tijdens een opdracht sterft, heeft dat gevolgen voor de hele groep. Maar omdat het leger de rest van de groep nodig heeft voor volgende opdrachten, kunnen ze die niet aan hun lot overlaten", vervolgt Decraecke. "Door de samenwerking met het Franse Institut Horizon kunnen we ook in België eindelijk werk maken van een doeltreffende hulp voor de slachtoffers van terroristische aanslagen."