't Is rood!

Luisteraar Jean uit Oudenaarde woont naast een appartementsgebouw met een ondergrondse garage. Daar is, door de syndicus van het gebouw, een rood waarschuwingslicht gehangen. Maar geeft dat licht, voor wie de garage uirijdt, voorrang op het verkeer op de openbare weg?

Verkeersspecialist Werner Van Cant geeft antwoord.

De lichten waarover de luisteraar spreekt, zijn een rood en een groen licht onder elkaar die aan een garagepoort zijn aangebracht en naar de straat zijn gericht. Ze dienen om bestuurders toe te laten de garage in te rijden. Die lichten werden niet door de wegbeheerder aangebracht, maar volgens de luisteraar wel door de vereniging van medeëigenaars van het gebouw.

Het gaat hier duidelijk om lichten die niet voorzien zijn in het verkeersreglement, want het verkeersreglement voorziet de volgende verkeerslichten:

driekleurige verkeerslichten
Het gaat dan om cirkelvormige rode, oranje en groene lichten of pijlen die onder elkaar geplaatst zijn. Rood bovenaan, daaronder het oranje licht en onderaan het groene licht.

tweekleurige verkeerslichten
Dat zijn voetgangerslichten met een silhouet van een rode stilstaande en een groene bewegende voetganger. Het rode licht staat boven het groene.

lichten boven de rijstroken in de vorm van een rood kruis en een groene naar onder gerichte pijl.
Deze verkeerslichten bepalen de rijrichting op de rijstrook vanaf de plaats waar ze aangebracht zijn. Zij regelen het verkeer niet.

verkeersknipperlichten

Het kan gaan om:

• Een oranjegeel knipperlicht betekent dat het verkeerslicht met dubbele voorzichtigheid mag voorbij gereden worden; het wijzigt de voorrangsregeling niet.
  
  Het kan zijn:
  een alleen geplaatst licht of twee lichten die beurtelings branden
  
  het oranjegeel licht van het driekleurig systeem wanneer het geheel van dit systeem niet in werking is
  
  in speciale gevallen een licht dat in het driekleurig systeem in de plaats van het groene licht brandt.

• Twee beurtelings knipperende rode lichten die aan overwegen geplaatst zijn, betekenen voor alle weggebruikers dat het verboden is de stopstreep voorbij te rijden, of, o er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf voorbij te rijden of voorbij te gaan.
  
• Een maanwit knipperlicht dat aan een overweg geplaatst is betekent dat het signaal mag voorbijgereden of -gegaan worden.

De weggebruikers moeten derhalve dan ook geen rekening houden met die lichten aan de garagepoort want artikel 5 van het verkeersreglement zegt:

De weggebruikers moeten de verkeerslichten, verkeersborden en wegmarkeringen in acht nemen wanneer deze regelmatig zijn naar de vorm, voldoende zichtbaar zijn en overeenkomstig de voorschriften van dit reglement zijn aangebracht.

Bovendien kunnen die lichten voor verwarring zorgen. Eigenlijk zouden ze een beetje verder in de garage moeten hangen, zodat ze de bestuurders op de rijbaan niet in verwarring kunnen brengen. In dit verband wil ik Art 1.1 van het MB van 11 oktober 1976 aanhalen: Alleen de verkeerstekens bepaald in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer mogen gebruikt worden om de weggebruikers de aanwijzingen te geven waarop zij betrekking hebben.

Het is verboden verkeerstekens voor andere doeleinden te gebruiken.

Wie moet er nu voorrang verlenen in die situatie?

De bestuurders die de garage uitrijden moeten voorrang geven aan de weggebruikers op de openbare weg, want als je uit een aanpalende eigendom komt, dan voer je volgens artikel 12.4 van het verkeersreglement een maneuver uit en moet je voorrang verlenen aan de andere weggebruikers!

Worden inzonderheid als manoeuvres beschouwd : van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aanpalende eigendom komen, keren of achteruitrijden.