
de inspecteur
Treinblog #26 Ingewikkelde materie
dagboek van een pendelaar
di 9 apr. - 0:18

Mijn trein die van ’s ochtends van Poperinge naar Brussel rijdt en ’s avond terugrijdt, is een lange trein. Een hele lange trein. Ik denk dat hij 12 wagons telt. Dat moet wel, want er gaat veel volk mee en het is geen dubbeldekker. Het is een oude trein, met groene banken, waar je net niet met drie of niet net met twee kan op zitten. (Maar in de spits moet je vaak wel met drie of twee op de bank zitten.)
Het perron is te kort
Een lange karavaan die door Vlaanderen trekt dus! Maar niet alle stations zijn daarop voorzien. Sommige perrons zijn te kort. Waardoor niet alle wagons van mijn trein aan het perron komen. Je kan dus niet overal in- en uitstappen vanuit de laatste wagons.
Waar je niet kan uitstappen uit welke wagons, dat is ingewikkelde materie. Na vier jaar pendelen weet ik het eigenlijk nog niet. Het is iets van
- Reizigers voor Bissegem kunnen niet uitstappen uit de laatste drie rijtuigen.
- Reizigers voor Wevelgem kunnen niet uitstappen uit de laatste vier rijtuigen.
- Reizigers voor Menen kunnen uit uitstappen uit de laatste twee rijtuigen.
- Reizigers voor Wervik kunnen niet uitstappen uit de laatste drie rijtuigen.
Enfin, ik weet het eigenlijk niet zeker. Ik zorg er in elk geval voor dat ik niet vanuit de laatste vier rijtuigen moet uitstappen.

Reutemeteut
Sommige treinbegeleiders haspelen de hele reutemeteut in één keer af bij het vertrek in Kortrijk. Wie kan dan nog volgen?! Anderen doen het telkens vóór we in een station arriveren. Spannend. Want dan heb je niet veel tijd meer om van wagon te veranderen.
Allemaal goed en wel. Hoe wéét je eigenlijk dat je in één van de laatste vier rijtuigen zit? Tel jij de rijtuigen vooraleer je opstapt? Je merkt wel dat je in het laatste rijtuig zit. Het voorlaatste misschien ook. Maar daarna? Ik tel dat niet.
De rijtuigen van mijn trein hebben geen nummer. De treinbegeleider kan dus ook niet zeggen in welk rijtuig je beter niet zit als je wil afstappen in Bissegem, Wevelgem, Menen of Wervik.
Visualisatie
Er zijn twee eersteklasserijtuigen op mijn trein: één helemaal op het einde en één in het midden: het zesde rijtuig. Dus als je net vóór of net na dat middelste eersteklasserijtuig zit, zit je goed. Maar weinig pendelaars weten dat, uiteraard.
Tot die ene treinbegeleider op mijn trein zit. Zijn collega’s zeggen gewoon dat je niet kan uitstappen uit bepaalde rijtuigen. Hij zegt het ook. Maar hij gaat verder.
Reizigers voor Bissegem kunnen niet uitstappen uit de laatste drie rijtuigen.
Reizigers voor Wevelgem kunnen niet uitstappen uit de laatste vier rijtuigen.
Reizigers voor Menen kunnen uit uitstappen uit de laatste twee rijtuigen.
Reizigers voor Wervik kunnen niet uitstappen uit de laatste drie rijtuigen.
Je kan je het best naar voor begeven in de trein. Het eersteklasserijtuig in het midden van de trein is het zesde rijtuig. Dus als je daarvóór zit, zit je goed. Als je er net na zit, zit je ook goed. Maar als je iets verder van het middelste eersteklasserijtuig zit, moet je opschuiven naar voor.
Ik sla tilt. Al weet ik dat het juist is wat hij zegt. Maar volgens mij kan niemand nog volgen.
Maar toch. Een goede poging. Dank u wel daarvoor. Al is de verwarring nu nog groter. De communicatie is er wel.