Spits
Viroloog Steven Van Gucht over opening scholen: “Je moet opletten dat als je van in het begin te los gaat, het dan toch escaleert. Dat zou een slecht scenario zijn”
vr 14 aug. - 4:27
Een grote Belgische studie heeft aangetoond dat kinderen op school veel minder snel besmet raken dan thuis. En als ze besmet geraken, worden ze zelden echt zwaar ziek: “Het is een studie die gedaan is aan het einde van vorig schooljaar, mei en juni. Toen de scholen gedeeltelijk weer zijn geopend onder strenge voorwaarden. We zien dat in deze context wel wat besmettingen zijn vastgesteld van kinderen of leerkrachten die het virus hebben binnengebracht. Maar als we kijken in welke mate het virus zich heeft verspreid, dan is dat heel beperkt. We zien maar in één procent van mensen die in contact zijn gekomen met een besmette leerling of leerkracht, dat er nieuwe infecties zijn opgetreden. Dat is toch wel heel beperkt! Dat is veel minder dan wat je zou verwachten in bv. een familiale context. Dat heeft natuurlijk ook wel te maken met de maatregelen die men genomen heeft.”
“Het is geen zwart-wit verhaal. Het virus kan zich wel degelijk verspreiden op school en kinderen kunnen wel besmet worden. Ze zijn wat minder gevoelig en het is minder besmettelijk dan op andere plaatsen. Gelukkig is dat zo! Anders hadden we wel een probleem. Het lijkt mee te vallen, maar het is nog steeds mogelijk. We mogen ook niet vergeten dat een school een netwerkomgeving is. Als het virus binnenkomt, dan is het een plaats waar het kan spreiden van de ene familie naar de andere, indirect via een kind. Het is een complexe netwerkomgeving waar we een aantal voorzorgsmaatregelen moeten nemen.”
Kampen vs. scholen
Luisteraar Guido Devillé uit Sint-Pieters-Leeuw vraagt zich af waarom kinderen op speelpleinen en op kamp in bubbels van 50 mogen ravotten, zweten en eten, maar dat ze op school met maximum 25 niet netjes op een stoel mogen zitten.
“Als je in een schoolsituatie zit, moet je rekenen dat de kinderen niet enkel overdag contact hebben met elkaar. Maar dat ze ook ’s avonds naar huis gaan. Daar komen ze in contact met ouders, grootouders, broers en zussen die naar andere scholen gaan, etc. Als je dat op een dag bekijkt zijn er veel meer interacties mogelijk dan dat je kinderen één week op hetzelfde kamp vertoeven. Ze komen op kamp enkel in contact met elkaar, maar hebben met de buitenwereld geen contact. Daar is de situatie meer gecontroleerd dan op een gewone schooldag. Dan zijn er nog interacties thuis.”
“Een kamp is een geïsoleerde bubbel die iets groter kan zijn. Die personen blijven binnen hun vaste bubbel op een afgelegen locatie. Er zijn weinig interacties met de rest van de wereld. Dat is toch heel anders dan in een gewone doordeweekse school waar veel meer interacties zijn.”
“We streven en snakken ernaar dat de kinderen weer naar school kunnen. Dat is heel belangrijk voor hen. Maar het neemt niet weg dat we goed moeten nadenken dat dit wel heel veilig gebeurt. In het begin moet je streng genoeg zijn en als dat allemaal heel goed gaat, kan je achteraf kijken om het soepeler te maken. Je moet er wel mee opletten dat als je van in het begin te los gaat, het dan toch escaleert. Dat zou een slecht scenario zijn. Het is dus beter om in het begin wat strenger te zijn.”