De Rotonde
Walter Damen: "Je mag mensen nooit afschrijven"
do 21 feb. - 8:25

Blijven geloven
Toch was het geen evident pad voor Walter om te komen waar hij nu beland is. “Op schoolrapporten stond: Walter tatert maar en tatert maar. Zijn mond staat nooit stil. En er waren weinig mensen die in me geloofden,” beseft hij nu.
Behalve die volhardende moeder dan, “en daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor. Want ik heb op elk moment in mijn leven mensen nodig gehad om me bij te sturen,” geeft de advocaat toe bij Christel.
Hij had die nodig, en heeft die ook altijd gevonden. Gelukkig, beseft hij maar al te goed. En het heeft hem een belangrijke levensles gegeven: “Je mag mensen nooit afschrijven,” zegt hij resoluut.

Ook in zijn job als advocaat hanteert hij dat principe. Daarom verdedigt hij bijvoorbeeld wél IS-strijders, in tegenstelling tot sommige van zijn collega’s. En tegen de zin van zijn vrouw aanvankelijk. “Dat is wellicht de eerste en enige keer dat we echt onenigheid hebben gehad, mijn vrouw en ik. Toen heb ik haar gezegd dat als ik in de pas moet lopen omdat het maatschappelijk niet aanvaard is wat ik doe, dan stop ik met advocatuur."
Ik vind dat ieder mens recht heeft op verdediging. Anders doe ik niet meer mee.
Het is ook dat uitgesproken voornemen om niemand af te schrijven, die hem gemotiveerd hebben om mee te werken aan een vzw die probeert om geradicaliseerde jongeren te deradicaliseren. Vrienden maak je daar niet direct mee, met die houding. Maar “ik heb me eigenlijk nooit iets aangetrokken van wat mensen van me dachten,” lacht Walter.
Walter Damen in de Rotonde, over zijn hekel aan de term topadvocaat, zijn hekel aan wit-rood, en de nood aan de zekerheid van een gezin.