Warmtenetwerk in Dessel en Mol minder groot dan voorzien

Proefboringen

Ruim drie jaar geleden is onderzoekscentrum VITO in Mol gestart met proefboringen in de ondergrond, om van daaruit water op te pompen voor warmte en elektriciteit. De bedoeling was om tegen 2022 water vanuit die centrale in Mol Donk, via 30 kilometer lange ondergrondse buizen te brengen tot bij 2.000 appartementen, scholen, bedrijven, instellingen en woningen in Dessel en Mol. 

Niet realistisch 

Maar intussen is gebleken dat die ambities bijgesteld moeten worden. Want uit de meest recente boring van VITO blijkt dat de geothermische centrale in Mol Donk te weinig vermogen heeft om het volledige netwerk van warmte te voorzien. De gemeentebesturen van Mol en Dessel hebben daarom samen met VITO en Fluvius beslist om het project te herbekijken. 

On hold 

"Ik denk dat wij het aan onszelf en aan de toekomstige generaties verplicht zijn om na te denken over alternatieven", zegt burgemeester Kris van Dijck (N-VA) van Dessel. "Verschillende projecten in Dessel én in Mol zijn al zo goed als klaar, daar zouden de woningen verwarmd kunnen worden met geothermie. Maar daar zullen we nu overschakelen naar een centrale stookinstallatie. De verdere uitrol staat nu on hold. In de nieuwe verkavelingen waar we opteerden voor het warmtenet, zullen we de gewone aardgasbedeling mogelijk te maken, omdat het geothermisch warmtenet er voorlopig nog niet kan."