
radio2 wijs
Wat doe je als je dakloze mensen tegenkomt? “Geef geen geld, daarmee hou je het probleem in stand”
di 10 okt. - 0:53

knipperlichtrelatie met de straat
Hendrik is vijf jaar dakloos geweest. “Ik ben op mijn zestiende weggegaan bij mijn ouders omdat het thuis niet meer ging”, begint hij zijn verhaal. “In het begin deed ik nog aan ‘couchsurfen’: ik sliep afwisselend bij vrienden of in een gekraakt scoutslokaal.”
Maar heel vaak was Hendrik te fier om de hulp van zijn vrienden of die van het OCMW te vragen. “Als vrienden zeiden dat ik me eens moest douchen omdat ik niet fris rook, was ik beledigd. Vroegen ze om ’s avonds mee te eten bij hen thuis, dan wimpelde ik hen af. Ik wilde niet laten zien dat ik het moeilijk had. Ik bracht dan ook dikwijls nachten door in een bos of zelfs op het kerkhof in ons dorp. Ik had eigenlijk een knipperlichtrelatie met de straat.”
geld geven?
Maar wat doe je als buitenstaander dan het best? Moet je geld geven of niet? Luisteraar Dieter vindt dat geen goed idee: "Eten wil ik wel geven, maar geen geld omdat ik weet dat daklozen het dan opdoen aan drank of drugs. Ik spreek uit ervaring, want ook ik zat ooit in die situatie. Het wordt op den duur een verslavingsproblematiek."
"Drank is inderdaad een gemakkelijke 'oplossing'", beaamt Hendrik. "Drank vult de maag, je geraakt ervan in een roes, je kan er beter van slapen,... Maar je helpt er een dakloze uiteraard niet mee. Met alles wat ik nu weet, zou ik zeker wél eten geven. Of een slaapzak."
Met alles wat ik nu weet, zou ik eten geven aan een dakloze. Of een slaapzak. Zeker geen geld.
hulp
Ook daklozenorganisaties adviseren om geen geld te geven. Op die manier zullen daklozen nooit de stap zetten naar structurele hulp en begeleiding.
Die hulp vond Hendrik gelukkig wel. Hij kreeg zijn leven weer op het juiste spoor en intussen werkt hij als straathoekwerker voor het CAW, het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk. “Mijn eigen ervaringen zijn een voordeel in mijn job nu. Ik werk met daklozen die ook een afhankelijkheidsproblemathiek hebben. Ik weet wat ze meemaken, we hebben sneller een band.”