Wat is het verschil tussen vloeibare of vaste honing?

Als honing uit een bijenkast komt, is hij nog vloeibaar. Na een filterbeurt is hij klaar om verpakt te worden. Maar aangezien honing voor zo'n 70 procent uit suikers bestaat, gaat hij na verloop van tijd beginnen kristalliseren. Elke honing kristalliseert dus vroeg of laat, maar afhankelijk van de soort nectar gebeurt dat sneller of trager: koolzaad kristalliseert heel snel, acacia nagenoeg niet of heel traag.
Vaste honing is dus eigenlijk niets anders dan een gekristalliseerde vloeibare honing. Maar die kristallisatie wordt nauwgezet in de gaten gehouden door de imker, zodat er geen grove brokken ontstaan, maar een heel fijne kristalstructuur. Die fijne kristalstructuur maakt je honing dus zo smeuïg!
Maar... welke is het beste?

Vloeibare honing is dus niet per se beter dan vaste honing en vice versa! Het hangt er vooral van af waarvoor je de honing wilt gebruiken. Een vloeibare honing is makkelijker te doseren, een vaste honing kan je dan weer gemakkelijker uitsmeren.