de madammen
Zo dom als een geit
di 24 mrt. - 9:20

Vooroordelen en stereotypen zijn zo oud als de mens zelf. Reeds in de Griekse oudheid werd druk gespeculeerd over de betekenis van lichaams- en gezichtsbouw. Wat verbergt het gezicht? Is er een manier om het hoofd te ‘lezen’? En bestaat er zoiets als ‘de geboren crimineel’?
Hoe komt het dat we geloven dat de buitenkant iets meer kan vertellen over de binnenkant, over ons brein en onze aanleg?
Patrick Allegaert is criminoloog, filosoof en pedagoog en artistiek adviseur van het Guislain - museum voor de geschiedenis van de psychiatrie, waar nu de tentoonstelling 'KARAKTERKOPPEN' loopt.
Wat is een karakterkop?
NU: Iemand die, als je ernaar kijkt, een opvallend gezicht heeft, een gezicht dat je opvalt.
VROEGER: had een karakterkop meer een negatieve connotatie, in de zin van: iemand waarvoor je moet opletten, een verdacht iemand, iemand met kwaad in de zin.
Kan je aan het gezicht het karakter aflezen?
Moeilijk om te antwoorden met ja – neen. Een beetje wel. Maar niet altijd. Maar we doen het wel allemaal. En men heeft ook een heel lange periode in de geschiedenis wél geloofd dat men aan het gezicht het karakter kan aflezen. Denk maar aan de uitspraak ‘de ogen zijn de spiegels van de ziel’.
In de 18de eeuw – de eeuw van de verlichting ofwel de eeuw van de rede - ontstond rond die gedachte ook een wetenschap.
Fysionomie
Ene Lavatar begon daar boeken over te schrijven, over hoe je aan de hand van verhoudingen in het gezicht iets kan aflezen over het karakter. De zogenaamde fysionomie, geen wetenschap, wel een pseudowetenschap.
Lavatar heeft zich laten vangen door zijn eigen enthousiasme en zijn succes: mensen kochten zijn boek massaal, iedereen ging ‘aan het gezichten lezen’. Wie bij de adel wilde gaan werken, bijvoorbeeld, moest eerst langsgaan bij een fysionoom om zijn gezicht te laten bestuderen. Dan kreeg je een soort certificaat: een getuigschrift dat je te vertrouwen was. Op basis van hun uiterlijk, dus.

De 18de eeuw, in de eeuw van de wetenschap, ging men ook massaal aan het classificeren: de plantenwereld, de dierenwereld, en dus wou men dat ook met de mens doen. Men ging zelfs overlappen: men ging het uiterlijk van de mens vergelijken met dat van de dieren. Zo kwamen ze aan gelijkenissen tussen, bijvoorbeeld, een geitenkop en een menselijk gelaat en kreeg je ‘zo dom als een geit’.
Schedelleer
Er was ook kritiek in die tijd. En dus ontstond er een variant: de schedelleer of frenologie. Die pseudowetenschap gaat uit van het feit dat alle menselijke eigenschappen mooi gestockeerd lagen in de hersenen.
Als je goed bent in talen, bijvoorbeeld, dan gaan de hersenen zich op een bepaalde plek meer ontwikkelen en dan krijg je daar een bobbel. Vandaar… een talenknobbel!
Grote impact
Zowel de fysionomie als de frenologie hebben een groot impact gehad. In Brussel was er zelfs een museum over. En ook bij het gerecht en de politie heeft men zich er ook een tijdje schuldig aan gemaakt. Er bestaat een hele catalogus met verdachte oren en neuzen. Men baseerde zich op die lijst bij het verhoor.
De frenologie is ook serieus misbruikt: de nazi’s hebben gretig gebruikt gemaakt van deze 'wetenschap' om mensen te classificeren.
En nu?
Uiteraard heeft men die theorieën als wetenschap verlaten. Maar kijken naar gezichten en interpreteren wat we daar in zien, is iets dat we gewoon doen. Vaak is de eerste impressie niet correct en dan sturen we bij. Maar ergens schuilt er toch ook een waarheid in de relatie tussen gelaat en karakter.
Maar Allegaert is er wel van overtuigd dat het karakter het uiterlijk tekent. "Iemand die altijd nors en bitter is, dat zal zich na verloop van tijd ook op het aangezicht afspiegelen. Iemand die altijd welgezind is, dat zie je aan de trekken in dat gezicht. Je wordt met een karakter geboren, maar dat wordt ook gevormd in de loop van het leven, en dat tekent zich af op je looks."

Deze foto's van Bart De Wever bewijzen hoe relatief fysionomie is. Door te vermageren, heeft hij een ander gezicht gekregen, met een andere uitstraling.