Zo maak je een prachtige pannenkoekentaart

Dit heb je nodig: (4 personen)
- 1 liter melk
- 400 g patisseriebloem
- 40 g boter
- zoutsnuifjes
- arachideolie of wat extra boterscheutjes
- 150 g suiker
- 150 g water
- 1 vanillestokje
- 2 blaadjes gelatine
- 1 aardappel om de pan mee in te vetten
Aan de slag
Het pannenkoekenbeslag
Smelt de boter op een zacht vuur. Laat ze niet kleuren.
Weeg de juiste hoeveelheid bloem en zeef ze in een ruime mengkom. Zo vermijd je klontertjes in het beslag. Voeg ook een snuifje zout toe.
Breek de eieren, maak een kuiltje in de berg bloem en giet de eieren daarin. Schenk er de gesmolten boter bij en meng het beslag. Giet er de melk in delen bij totdat alle bloem in het beslag is verdwenen.
De vanillesiroop
Leg de blaadjes gelatine in een beker met koud water en laat ze even weken. Weeg de suiker, giet de korrels in een kleine pan en schenk er het water bij.
Snij de vanillepeul verticaal in twee en gebruik de punt van een mesje om er zoveel mogelijk vanillezaadjes uit te schrapen. Doe de vanillezaadjes in het suikerwater, en gooi er ook de vanillepeul bij.
Breng het 50/50 mengsel voor vanillesiroop kort aan de kook op een matig vuur. Zet vervolgens het vuur uit, knijp de geweekte gelatineblaadjes uit en roer ze doorheen de heldere siroop. De gelatine zal meteen oplossen.
Bak je pannenkoeken
Schenk een beetje arachideolie in een schaaltje, of werk met een beetje gesmolten boter. Snij een aardappel middendoor en prik een halve knol op een vork. Verwarm de koekenpan op een matig vuur, dompel de vlakke zijde van de halve aardappel in de boter of de olie, en strijk hiermee de bodem van de pan in.
Schenk een kleine pollepel beslag in de pan en blijf ze kantelen tot het beslag de hele bodem bedekt.
Bak de pannenkoek goudbruin en keer hem om. De eerste kan mislukken, maar geef niet op. Pannenkoeken bakken moet je een beetje ‘in de vingers krijgen’. Het is belangrijk om wat te ‘spelen’ met de stand van het vuur. Zet het vuur iets hoger wanneer je een pannenkoek begint te bakken. Zet het wat zachter wanneer je de koek hebt omgedraaid.
Blijf bakken tot je een flinke stapel verse pannenkoeken hebt. Reken op minstens 40 dunne pannenkoeken.
Maak je taart
Neem de pot choco en de lauw-warme vanillesiroop bij de hand.
Leg een eerste pannenkoek op een schaal of groot bord met een vlakke bodem.
Strijk de pannenkoek in met een dun laagje choco. Gebruik hiervoor een keukenkwast.
Dompel de tweede keukenkwast in de warme vanillestroop en dep wat van de stroop bovenop het laagje choco. De stroop zal de taart ‘lijmen’.
Leg een tweede pannenkoek bovenop de eerste en smeer er opnieuw choco en wat stroop op. Ga zo door tot je alle pannenkoeken tot een taart hebt gestapeld. Druk de taart tijdens de bouwwerkzaamheden af en toe voorzichtig aan.
Strijk tenslotte nog een laagje van de siroop op de bovenste pannenkoek en zet de stevige taart in de koelkast. Laat ze ongeveer 2 uur opstijven.
Zo serveer je de taart
Snij de pannenkoekentaart in punten met behulp van een vlijmscherp mes.
Het is een eenvoudig, heerlijk en een stevig taartje, dus doseer de porties.