"Die mosselpot zou ik bij het groot vuil zetten": Freddy De Kerpel keert na 20 jaar terug naar het SMAK
vr 15 mrt. - 1:09
In 1999 opende Jan Hoet 'zijn' SMAK. Blikvanger was de boksmatch die hij uitvocht tegen de Amerikaanse kunstenaar Dennis Bellone. Freddy De Kerpel kwam destijds vaak in het museum, om Jan Hoet te trainen. Ook huidig museumdirecteur Philippe Van Cauteren was er toen ook bij. "Ik herinner me nog dat er een rode boksbal in zijn bureau hing."
Freddy had veel bewondering voor Jan Hoet: "Het was heel grappig, hij stroopte zijn mouwen op, deed zijn das uit en begonnen te boksen, een half uur aan een stuk. Hij had enorm veel energie". Op de wedstrijd zelf was Bellone technisch sterker, maar Hoet was onvermoeibaar. "Na de tweede ronde begon Bellone wel moe te raken, ik moest Jan intomen om ongelukken te voorkomen.".
Geef mij maar Rubens
Na de boksmatch kwam Freddy De Kerpel niet meer in het museum. Voor De Kerpel moet kunst iets zijn, waarin je het talent van de kunstenaar kunt zien. "Ik ga graag naar de Sint-Baafskathedraal. De schilderijen die daar hangen, dat is kunst." Ook kunstenaar Sam Dillemans leerde hij boksen. "Met hem ben ik naar het Rubenshuis geweest in Antwerpen. Ik was omver geblazen. Geef mijn maar Rubens!"
De mosselpot van Broodthaers
Marcel Broodthaers
Grande Casserole de Moules, 1966, metaal, mosselschelpen, h. 61 cm x Ø 71 cm
Collectie Vrienden v/h S.M.A.K.
Foto: Dirk Pauwels
Mosselpot bij het groot vuil
Moderne kunst gaat er moeilijker in bij de bokser. "Ik zie hier dingen hangen die ook door een zesjarige zouden geschilderd kunnen zijn." Philippe Van Cauteren reageert: "Ik apprecieer enorm dat Freddy zegt dat dit zijn wereld niet is. Het is wel belangrijk dat je je probeert open te stellen voor de dingen die je nog niet kent. Picasso bijvoorbeeld schilderde technisch perfect in zijn jeugd, maar koos bewust voor een andere stijl later."
Ook de beroemde mosselpot van Marcel Broodthaers kan bij De Kerpel op weinig begrip rekenen. "Als dit bij mij thuis zou staan, ik gaf 'm mee met het groot huisvuil." Philippe Van Cauteren is blij dat Freddy er zo over denkt. "Dat was precies wat Broodthaers bedoelde. Kunst was vroeger iets nobel, iets duur. Hij gebruikte materiaal zonder waarde. Hij wou kunst maken die niets met het verhevene te maken heeft, maar wat dicht bij de mensen staat."
De mosselpot werd destijds via crowdfunding aangekocht door Jan Hoet voor 10 miljoen Belgische Frank (250.000 euro). "Intussen is die wellicht 10 keer meer waard. Musea als het MOMA in New York zouden dit graag in hun collectie hebben", zegt Van Cauteren. Freddy De Kerpel is toch onder de indruk van de waarde van het werk: "Ik zou 'm dan misschien toch niet meer bij het groot vuil zetten, als ik dit hoor", lacht hij.
Beluister hieronder de reportage: