Spits
Ruslandkenner Jan Balliauw: "Tijdens mijn vliegreis naar Kiev heb ik in die 2 uur reizen meer straling gekregen dan tijdens mijn bezoek aan Tsjernobyl"
wo 15 apr. - 4:57

Bosbranden
“Een paar nachten geleden heeft het daar gelukkig geregend. Dat heeft ervoor gezorgd dat de meeste van die bosbranden toch wel geblust zijn. Er blijven nog wat smeulende bosgronden over. Maar het ergste lijkt voorbij. Het waren wel de ergste bosbranden die er ooit geweest zijn. Dat komt omdat er in Oekraïne geen sneeuw is gevallen dit jaar. Voor de mensen daar is dat zeer uitzonderlijk. Daardoor is alles er kurkdroog.”
“De Tsjernobylzone is radioactief besmet”, legt Jan Balliauw uit. “Er zitten radioactieve deeltjes in de grond. Die deeltjes worden gevoed door hout dat uit de grond groeit. Dat hout is dus zelf radioactief en als je dat verbrandt, krijg je radioactieve rook en as. Er zijn radioactieve deeltjes de lucht in gevlogen, maar dat blijft heel lokaal. Dat kan je niet vergelijken met de kernramp van 1986. Volgens de Oekraïense overheid is alles binnen de norm gebleven en is er geen gevaar voor de volksgezondheid.”
De docuserie 'In de ban van Tsjernobyl'
“Ik was vooral bang tijdens mijn vliegreis naar Kiev. Ik heb toen in die 2 uur vliegreizen meer straling gekregen dan tijdens mijn bezoek aan Tsjernobyl zelf. In het vliegtuig gaf mijn meter een meer zorgbaarwekkend cijfer dan op de grond. Een vliegtuigreis zorgt voor meer kosmische straling, wat wél gevaarlijk is. Het probleem is vooral als je op de plek in en rond Tsjernobyl woont, omdat die radioactieve deeltjes in de grond zitten. Als je leeft van de planten en groenten is het een probleem. Het groeien van planten en hout zorgt ervoor dat die radioactiviteit weer uit de grond wordt getrokken. Zo krijg je het weer in je lichaam. Zolang je daar rond wandelt en niet in de grond gaat wroeten, is er eigenlijk geen probleem.”
Heeft de lokale bevolking nog steeds gezondheidsproblemen,dan is dat moeilijk vast te stellen of dit te maken heeft met radioactiviteit
Hulpverleners uit 1986
“Voor de docuserie zijn we vooral op zoek gegaan naar mensen die echt op de eerste lijn stonden toen de ramp gebeurde. We spraken met een brandweerman die meteen werd uitgestuurd om een brand te blussen zonder dat hij wist dat een reactor in vuur en vlam stond. Ook met een operator van de ploeg die de test had uitgevoerd en had meegemaakt hoe de aflossing gebeurde van de ploeg van kernreactor 4, daarnaast nog met de adjunct-directeur van de kerncentrale die meteen na de ramp de beslissingen moest nemen…”
“Voor de meeste mensen is dat natuurlijk een gebeurtenis die nog altijd een heel grote betekenis heeft in hun leven”, gaat Jan Balliauw verder. “Minder wat gezondheid betreft, want zij hebben het overleefd met wat gezondheidsproblemen. Heeft dat te maken met radioactiviteit of niet? Dat is moeilijk vast te stellen. We hebben ook met de zogenaamde duiker gesproken die in de kelder is afgedaald waar radioactief water liep, om de sluizen van een koelwaterreservoir open te zetten. Die man heeft weinig gezondheidsproblemen. Hij heeft wel een zwaar verkeersongeval gehad en een paar weken in coma gelegen. Ook dat heeft hij overwonnen, maar het is moeilijk om vast te stellen wat het gevolg is van die stralingen, en van het leven.”