Zo maak je een succes van jouw voorleessessie

Bij voorlezen denken we in deze Voorleesweek onmiddellijk aan kinderen. Het is voor hen nuttig omdat ze zo op een andere manier met taal in contact komen. Kinderen die vaak zijn voorgelezen zouden zich ook beter kunnen concentreren, hun woordenschat is ook sneller groter dan kinderen die niet zo vaak zijn voorgelezen.

Maar ook het voorlezen voor ouderen en senioren kan nuttig zijn. Daarover komt Sofie Dewulf van Stichting Lezen vertellen bij Leki en Anja.

Enkele tips om zelf aan de slag te gaan

1. Kies iets dat je zelf mooi vindt: alles begint bij een enthousiaste voorlezer! Kies voor een voorleesboek dat je zelf mooi, grappig of spannend vindt. Laat je inspireren door je bib, je boekhandel of www.voorlezen.be.
2. Oefen op voorhand: Boek gekozen? Lees het verhaal eerst zelf even door! Zo weet je wat er komen gaat en kan je makkelijker inspelen op reacties, zonder de draad te verliezen.
3. Maak het gezellig: voorlezen is plezier voor 2 of meer! Zorg voor een gezellige omgeving, bv. een dekentje in de zetel.
4. Zoek een stil moment: voorlezen vraagt aandacht en concentratie! Zoek daarom naar een kalm moment: tijdens het wachten bij de dokter, gezellig op zondagmiddag of vlak voor het slapengaan.
5. Acteren is niet nodig: wees niet onzeker over je voorleestalent. Je hoeft geen geboren acteur te zijn om voor te lezen. Al mag je spelen met toon en ritme, want dat maakt het verhaal levendiger.
6. Kort en veel is beter dan weinig en lang: herhaal het voorleesmoment, en maak er een ritueel van. (Zeker voor kleine kinderen is het beter om elke dag een kwartier voor te lezen dan één keer per week een uur.)
7. BLIJF voorlezen! Sommige boeken zijn net iets te lang of te moeilijk om alleen te doorploeteren. Veel gezelliger is het om samen een verhaal in te duiken, hoe oud je ook bent.

Meer info

• 2013, jaar van het voorlezen
• Voorlezen met kinderen
• Stichting Lezen