Auto wassen? Dat doe je toch gewoon zelf!

Dit heb je nodig
- Tuinslang
- Twee emmers water
- Autozeep
- Spons
- Borstel
- Doeken
Aan de slag
Stap 1:
Parkeer je auto in de schaduw, zo droogt het water minder snel op, en verminder je de kans op strepen en vlekken.
Stap 2:
Vul een emmer met water en autowaszeep, en een andere gewoon met proper water.
Stap 3:
Zet je ruitenwissers rechtop.
Stap 4:
Spuit met de tuinslang je auto goed nat. Gebruik geen te krachtige straal, anders kan het vuil al krassen veroorzaken.
Stap 5:
Pak een propere spons en dompel ‘m flink de emmer met zeep. Was de auto van boven naar beneden.
Stap 6:
Spoel de spons regelmatig uit in de emmer met proper water.
Stap 7:
Spoel na het wassen de auto af met de tuinslang. Hou de auto vochtig tot je helemaal klaar bent.
Stap 8:
Maak de velgen als laatste proper. Gebruik eerst een zachte borstel om het vuil weg te vegen, zeep ze goed in, en spoel ze vervolgens af met de spuit.
Stap 9:
Spoel ook de onderkant van je wagen, zeker als die in contact is gekomen met zout.
Stap 10:
Wrijf de auto droog met enkele doeken, zo voorkom je vlekken.

En verder…
- Wil je extra propere ramen? Wrijf ze dan aan de binnen- en buitenkant na met een prop krantenpapier.
- Vogeluitwerpselen en insecten zijn schadelijk voor je lak. Haal ze er zo snel mogelijk af met een nat doekje. Laat eventueel weken als het vuil niet meteen loslaat.
- Ook met schrobben doe je je auto geen plezier. Een betere methode is om je wagen even te laten weken na het inzepen.
- Was je auto niet met afwasmiddel als je de waslaag niet wilt verwijderen.
- Gebruik microvezeldoekjes. Die werken het best op alle oppervlakken van de auto. Je kan ze nadien in de wasmachine stoppen, al mag je dan geen wasverzachter gebruiken.