Hoe het schaamhaar van Adam en Eva de geschiedenis van het Lam Gods bepaalde
di 17 dec. - 6:52
Adam en Eva staan naakt en zeer levensecht afgebeeld op het Lam Gods. Ze bedekken hun geslachtsdelen met de handen en een vijgenblad, maar niet alle schaamhaar. De gebroeders Van Eyck schilderden het zichtbare schaamhaar minutieus, bijna haar per haar. Het schilderen van naakten is van alle tijden in de kunst. Maar schaamhaar was vaak taboe, al verschilde dat van periode tot periode.
Het schaamhaar zorgde ervoor dat het Lam Gods in haar bestaan werd gecensureerd, overschilderd of verborgen. Het hoogtepunt van preutsheid was het jaar 1861. Toen kocht de Belgische Staat de panelen met Adam en Eva die naar een Brussels museum verhuisden. Victor Lagye schilderde een kopie met een aangeklede versie van Adam en Eva. De museumbezoekers kregen de stamouders te zien, gehuld in dierenhuiden.
Okselhaar, beenhaar en dus ook schaamhaar
Professor Ann-Sophie Lehmann, kunsthistorica aan de Rijksuniversiteit Groningen deed doctoraatsonderzoek naar de naaktheid van Adam en Eva op de panelen van het Lam Gods.
“In de vroege vijftiende eeuw toen het Lam Gods werd geschilderd was het schilderen niet eens bijzonder”, zegt Lehmann in “De wereld vandaag” op Radio 1. “Maar niet in de periode daarna. Tot in de zestiende eeuw werd er veel haar geschilderd: okselhaar, beenhaar en dus ook schaamhaar. Men vond naakten mooi, net om het haar. Een Gentse kroniekschrijver schreef dat hij zich herkende in de naakte Adam. Dürer vond de naakte Eva de allermooiste figuur, het ideale naakt. Ook religieus was er geen bezwaar want Van Eyck beeldde Adam en Eva in hun natuurlijke staat af. De gelovige moest zichzelf herkennen in de Bijbelse stamouders."
Te realistisch, en niet mooi genoeg
“Maar daarna ging het mis, precies door die enorme realistische naaktheid. Tijdens de heerschappij van Napoleon werd het altaarstuk uit elkaar gehaald. De panelen met Adam en Eva kwamen zelfs een tijdje op een zolder terecht. Ze werden omwille van de naaktheid niet aantrekkelijk gevonden. Uiteindelijk kwamen ze in een Brussels museum terecht. Ze hingen er niet langer in de duisternis van een kerk. De naaktheid van Adam en Eva kwam op ooghoogte. In het midden van de negentiende eeuw was dat veel te heftig en er volgde protest.”
“Op dat moment is het beeld ontstaan van een Van Eyck die te ver ging, die niet schilderde zoals het hoorde. Van Eyck werd zelfs beschouwd als een schilder die geen goede naakten kon schilderen, net omdat ze veel te realistisch waren, en dus niet mooi genoeg. Zelfs tot in de jaren negentig van de vorige eeuw kon je dit oordeel blijven lezen.”
Zijn de vijgenbladeren wel oorspronkelijk?
De panelen van Adam en Eva zijn nog niet gerestaureerd. Zal de komende restauratie hun naaktheid nog explicieter maken? Ann-Sophie Lehmann: “Dat is de vraag. Beide panelen hebben minder meegemaakt en zijn minder overschilderd. Ze zijn altijd in Gent en Brussel gebleven. Ik denk niet dat er nog haartjes bij zullen komen. Maar waar ik vooral naar benieuwd ben, is of de vijgenbladeren wel oorspronkelijk zijn.”