Luisteraar Angeline: “Mijn dochter zag hoe ik helemaal aftakelde door corona en nu is ze bang om de bus te nemen"
ma 7 sep. - 11:38
“Ik werk in Kortrijk in een woonzorgcentrum en ik ben in april heel ziek geweest. Dat was toen nog maar het begin van de coronacrisis. Er waren toen nog geen chirurgische maskers, maar enkel zelfgemaakte mondmaskers. De week dat ik ziek werd, was de laatste week dat we onze zelfgemaakte mondmaskers droegen. Ze waren niet veilig genoeg meer", vertelt Angeline.
Het coronavirus
“Het begon met keelpijn en ik was wat ziekachtig. Ik heb regelmatig wel eens een voorjaarsverkoudheid, zeker als het nog niet zo warm is buiten. 'Het zou toch niet dat coronavirus zijn?', zei ik nog tegen mijn collega’s. De koorts liep op één dag heel snel op. Ik was positief.”
“Drie weken lang had ik heel veel ademnood. Ik had dagen dat ik niet uit bed kon, of zelfs niet van de zetel naar het toilet kon zonder naar adem te happen en te hyperventileren. Op een dag moest ik de dokter bellen, want mijn adem werd niet rustig en de koorts schommelde voortdurend. Het had niet veel gescheeld of ik lag ook aan de beademingsapparatuur. Dat was een heel beangstigende periode. Ook voor mijn dochter uiteraard.”
Dochter Diewke in de bus
“Alles samen zorgt ervoor dat mijn dochter erg bang is van het virus. Ik werkte op de COVID-afdeling in het woonzorgcentrum en ik had af en toe nood om te ventileren over wat ik zag tegen mijn man. Het feit dat ik zelf zo ziek was en hoe de media berichtten, heeft ervoor gezorgd dat mijn dochter bang is op een overvolle bus.”
“Diewke gaat altijd met de bus naar school en komt ook zo weer naar huis. Op woensdagmiddag is de bus vaak overvol. Maar nu zitten we in het midden van een coronacrisis? Ik kreeg telefoon van een bange dochter die meteen wou uitstappen: 'Het is hier niet veilig. Mama, dat kan toch niet? Ik moet mijn mondmasker aan doen, maar sta rug aan rug, tegen elkaar. Je voelt elkaar en er is lichaamscontact waardoor er geen plaats is.' Ik heb haar verplicht om toch op de bus te blijven zitten, want ze kon op geen enkele andere manier naar huis komen.”
“Iedere dag stapt ze met een bang hartje op. Ze ontsmet haar handen heel veel en is wat paranoïde. Ze wil zo weinig mogelijk aanraken. Maar ik snap het. Op school doen ze zo hun best om alles coronaproof te laten verlopen. Maar als je dan ziet dat alle leerlingen van verschillende scholen en verschillende gemeentes op elkaar gepropt zitten?”
"Als ik kan, voer ik haar nu naar school, hoewel ze een abonnement heeft. Ze voelt zich veiliger in de wagen uiteraard, maar dit is niet de bedoeling. We hopen dat ze er iets aan gaan doen. Ik heb een mailtje gestuurd naar De Lijn. Ik heb gevraagd om meer bussen in te leggen en ze hebben me nooit meer gecontacteerd…”