
de madammen
Zo maak je tempura van groenten
In de keuken
ma 14 jun. - 2:00

Wat heb je nodig: (4 personen)
Voor de groententempura
- ¼ bloemkool
- ¼ koolrabi
- ½ courgette
- 3 stengels selder
- ¼ broccoli
- ½ venkel
- ½ zoete puntpaprika (of rode paprika)
- 2 eetlepels maïszetmeel (bv. Maïzena)
- 5 eetlepels bloem
- 1,5 dl koud water met enkele ijsblokjes erin
- zout
Voor de dipsaus
- 0,5 dl sojasaus
- ½ limoen of citroen
- ½ sinaasappel
- een scheutje sesamolie
- een kwakje wasabi (groene Japanse specerij)
Extra materiaal
- een frietketel gevuld met arachideolie
- een dunschiller
Aan de slag!
De groenten voorbereiden
Was alle groenten in ruim water of onder stromend water en laat ze uitlekken.
Snij de broccoli en de bloemkool in hapklare roosjes. Broccoli gaart iets sneller dan bloemkool, waardoor de roosjes broccoli iets groter mogen zijn. Verzamel al de stukjes groente in een mengschaal.
Verwijder het loof van de venkel en snij ook het taaie hart weg. Snij de groente in hapklare grove stukken.
Snij het loof van de koolrabi en schil het deel van de groente dat je wil gebruiken. Snij de groente in stukjes van ongeveer 2 op 2 centimeter.
Snij de ongepelde zoete puntpaprika in brede ringen. Als je een klassieke rode paprika gebruikt, dan kan je best halve ringen gebruiken.
Neem de koolrabi en snij het loof eraf. Snij het vruchtvlees in onregelmatige hapklare kubussen.
Snij het bladloof van de selder eraf. Breek ook het onderste deel van elke stengel eraf en trek de taaiste vezels uit de groente. Schil daarna de selderstengels met een dunschiller, zodat er geen taaie vezels in achterblijven. Snij de selder nu in stukjes van zo’n 4 cm lang.
Zet de schaal met alle groentestukjes even koel.
De dipsaus
Neem een mengschaaltje en giet er de sojasaus in.
Voeg een toefje wasabi(pasta) toe en meng de saus met de garde. (Wie van wat extra pit houdt, kan meer wasabi toevoegen. Let op, want deze heerlijke Japanse specerij kan je de tranen in de ogen bezorgen! Voor de één is het een genot, voor de ander een afknapper...)
Knijp het zoete sinaasappelsap en het limoensap (of het citroensap) erbij.
Giet voorzichtig een scheutje sesamolie in de dipsaus. Deze saus zorgt voor en licht geroosterde smaak.
Proef de dipsaus en voeg naar smaak wat extra sinaasappelsap toe.
Het tempurabeslag
Verhit de frietketel tot een temperatuur van 180°C à 190°C. Hou er rekening mee dat het bakken van tempura het bakvet redelijk zal vervuilen met deegkruimels. Nadien zal je de olie moeten zeven of vervangen.
Neem een portie ijsblokjes en doe ze in een schaaltje. Schenk er het koude water bij.
Schep het maïszetmeel in het ijskoude water. Voeg er ook de bloem aan toe en een snuifje zout.
Meng alles kort tot je een een ijskoud egaal papje verkrijgt. Vergelijk het met een dikke lijm waarin je de groenten kan dippen.
Tempura bakken
Zet de schaal met stukjes groente en het beslag naast je frietketel.
Dip een selectie van de groenten in het beslag en bak ze goudbruin-krokant in de hete olie. Bak nooit teveel stukjes in één beurt, zodat ze niet aan mekaar kleven. (Laat ook nooit een ijsblokje in het bakvet vallen, want dat levert een gevaarlijk spatconcert op.)
Leg de krokante groentjes in een schaal met een vel keukenpapier erin. Zo kan het overtollige vet uitlekken.
Na enkele bakbeurten kan je het gezelschap al een flinke portie tempura serveren. Verzamel alle krokante groentjes in een schaal en serveer ze met een potje met dipsaus erbij.