Zo onderzoek je zelf wat je bodem nodig heeft: "Meten is weten"

Meten is weten

Als je je gazon een boost wil geven, is het niet aan te raden om zomaar je tuin vol meststoffen te kappen. “Eerst moet je weten waar het gras precies nood aan heeft”, zegt Wim Collet. En hij kan het weten, want hij geeft plantenleer aan de Erasmushogeschool in Brussel en is landschaps- en tuinarchitect. “Alles draait om de kwaliteit van je bodem”, zegt Wim. 

Meten doe je zelf. Zo pak je het aan: 

• Je doet het aan de hand van een bodemonderzoek.
• Dat kan je zelf doen met een tuindoosje van vzw Bodemkundige dienst van België 
• Een tuindoosje kost 79 euro. Je kunt het online bestellen, je vindt het ook in sommige winkels
• Er zit een uitgebreide handleiding bij hoe je je staal afneemt. Dat stuur je op en je krijgt een verslag
• In dat verslag staan indicaties over de kwaliteit van je bodem en met advies voor de komende vijf jaar

dgfdfdfdfd

“Je moet de resultaten zelf interpreteren. Dat is heel gemakkelijk”, zegt Collet.

Aan de hand van kleurenschalen zie je van welke stof er te veel of te weinig aanwezig is in de bodem. "Je zult zien dat er vaak een overschot is en geen tekort", zegt Collet. "Net omdat we zo vaak meststoffen gebruiken, zijn de meeste bodems verzadigd."  vaak zal gaan om overschotten, en niet om tekorten.”

Collet vindt de overbemesting van privétuinen een onderschat probleem. "We zijn onze privétuinen collectief aan het overbemesten. Als een landbouwer dat op die manier zou doen, komt hem dat veel te duur uit."

Heeft je bodem toch tekorten? Dan kun je die op basis van het verslag gericht aanvullen, zonder dat je investeert in overbodige meststoffen. Volgens Collet is dat op de lange termijn voordeliger. "Een bodemonderzoek controleert de zuurwaarde, het type grond en de koolstofwaarde en analyseert de voedingselementen. Als je gericht bemest, kun je veel besparen. Heb je bijvoorbeeld een tekort aan magnesium, dan kun je specifiek die meststof gaan halen in het tuincentrum.”

Doe-het-zelf

Je kan zelf ook onderzoeken hoe het met je bodem gesteld is, gratis.  

“Je wil vooral een idee krijgen van het organisch gehalte in de bodem”, zegt Collet. “Hoe levendig is je bodem? En hoe goed is de structuur? Als je dat weet, kan je ook de juiste actie ondernemen. Stel dat er geen goeie grondstructuur is, dan heeft bemesting geen zin." 

Collet geeft 3 tips om de bodem te onderzoeken, de zogenaamde handmethodes.

• De wrijftest: hoe donker de grond, hoe hoger het koolstofgehalte. Neem een hand aarde en wrijf ze goed open in je hand. Als je je hand afklopt en je die blijft zwart, dan heb je een gezonde koolstofgebonden grond. Zien je handen bruin, dan is de bodem koolstofarm.
   
• De frietentest: hoe beter de aarde verkruimelt, hoe beter de structuur. Steek een spade (of nog beter een spitvork) in de grond. Schep de aarde op en schud die zoals je dat met frieten doet. Als de aarde mooi verkruimelt, dan heb je een goeie bodemstructuur. Valt de aarde uiteen in kleine korrels, of in grote brokken, dan duidt dat op een te laag organisch gehalte.
   
• De gazonpunctie: hoe dieper de wortels, hoe beter de structuur. Bij een grasmat zouden de wortels ongeveer 20 à 25 cm diep moeten zitten. Stop daarom een klein buisje in de grond en schud de grond eruit. Zie je nog wortels zitten op die diepte, dan zit de bodemstructuur goed. Zie je er geen, dan heb je te weinig bodemstructuur.

Compost en andere trucs

Vaak volstaat het al om de kwaliteit van je bodemstructuur te verbeteren.

“Dat kan door te verticuteren, door lucht in de bodem te brengen met een doorprikmachine of door compost te strooien in het najaar. Compost is goud in de tuin”, zegt Collet. “Het verbetert de structuur van je bodem en zorgt ook voor extra voedingsstoffen.”

Compost kun je makkelijk zelf maken en is gemakkelijk om mee te werken. “Strooi in het najaar, rond de maand november, een laagje van ongeveer 1 centimeter over je gras uit. Als je dat een jaar of drie na elkaar doet, zul je effect zien", zegt Collet. 

Wel belangrijk: maai je je gazon met een robotmaaier of een andere mulchmaaier? Dan hoef je geen extra voeding te voorzien. “Het gras dat blijft liggen bevat voedingsstoffen, die terug aan het gazon gegeven worden. Zo is de kringloop is gesloten en hoef je niet extra te bemesten. Maar maai je gras ook niet te kort”, zegt Collet.